De Kanizsa Driehoek, in 1955 bedacht door de Italiaanse psycholoog Gaetano Kanizsa, is een klassiek voorbeeld van illusoire contouren. Zoals te zien is in de afbeelding hierboven, kan een witte gelijkzijdige driehoek duidelijk worden waargenomen, ook al zijn er geen expliciete lijnen of ingesloten ruimten om zo’n driehoek aan te duiden. De witte driehoek lijkt zelfs helderder dan de omringende witte achtergrond, zelfs in gebieden waar geen verandering in luminantie of kleur optreedt.
Gestaltpsychologen gebruiken de Kanizsa-driehoek om de wet van afsluiting te beschrijven, die stelt dat gegroepeerde objecten worden gezien als een geheel. Dit betekent dat we objecten als geheel waarnemen, zelfs als ze onvolledig zijn; we negeren gaten en we voltooien contourlijnen om bekende figuren en vormen te vormen. Bij de Kanizsa Driehoek Illusie bijvoorbeeld, nemen we gemakkelijk drie zwarte cirkels en twee driehoeken waar, ook al zijn er technisch gezien geen cirkels of driehoeken in het beeld.
De illusie daagt de reductionistische benadering van het zien uit, omdat wat we in het beeld zien niet louter de som is van al zijn delen. We zien iets meer. We nemen in feite objecten waar die er in werkelijkheid niet zijn. “Alleen door een holistische visie – waarbij we de drie afzonderlijke ‘pac-mannen’ zien als delen van een enkel geheel – nemen we een driehoek waar” (Simmons, 1996).