Wenkbrauwen, de strook dikke, delicate haren die de wenkbrauwboog boven het oog volgt, zijn een absoluut verschil tussen mensen en niet-menselijke primaten. Simpel gezegd hebben mensen weinig gezichtsbeharing, waardoor de strook haar op de wenkbrauwrand opmerkelijk is, vooral omdat die bij alle geslachten voorkomt. Andere apen hebben meer spieren rond de wenkbrauwen, wat wijst op een betere controle over de wenkbrauwen dan andere zoogdieren, en sommige apen (met name sommige soorten meerkatten) hebben een andere kleur op de haren op hun wenkbrauwen, die beide functioneel kunnen lijken op menselijke wenkbrauwen (Emery 2000). Primaten schijnen sterke wenkbrauwen en musculatuur te hebben ontwikkeld, maar de menselijke ontwikkeling isoleerde de wenkbrauwen zelf en verloor het meeste andere gezichtshaar. Het schijnt onbekend te zijn wanneer de wenkbrauwen zelf zich ontwikkelden.
De meest gangbare verklaring, die dateert van de Griekse arts Herophilos, is dat wenkbrauwen voorkomen dat zweet en vuil in het oog komen, iets wat bij de mens noodzakelijk is omdat er geen ander haar is dat het gezicht bedekt, noch een voldoende vooruitstekende wenkbrauw. Andere verklaringen zijn echter legio. Een andere veel voorkomende verklaring voor het unieke karakter van wenkbrauwen bij de mens is het overbrengen van emoties. Desmond Morris, en vele anderen (waaronder Charles Darwin) stellen dat wenkbrauwen geëvolueerd zijn om een breed scala van emoties over te brengen, van verrassing tot droefheid (Morris 2008). Het gezicht, in het bijzonder het kijken naar de ogen van een ander, is een bijzonder opvallend emotioneel kenmerk bij mensen, en wenkbrauwen bieden een manier om complexe emotionele toestanden te communiceren, in combinatie met andere kenmerken. Andere dieren, waaronder goed gedocumenteerde gevallen van zowel oude als nieuwe wereld apen en andere zoogdieren, zijn waargenomen om hun wenkbrauwen te manipuleren als onderdeel van hun communicatieve displays (Andrews 1964), met inbegrip van wenkbrauwen optrekken als een bedreiging, en wenkbrauwen neerlaten als een begroeting. De menselijke wenkbrauw, met zijn contrasterende haar, accentueert de beweging van de wenkbrauw, waardoor beweging meer in het oog springt (dit zou ook het geval zijn bij de oranje wenkbrauw van de meerkat). Wenkbrauwen vestigen ook de aandacht op het oog, een belangrijke uiting van emotie en communicatie, en kunnen helpen bij het volgen van de blik (Emery 2000).
Eyebrows zijn ook verondersteld de sleutel te zijn tot gezichtsherkenning. Een significante daling in gezichtsherkenning wordt gezien wanneer wenkbrauwen worden verwijderd. Dit effect bleek sterker te zijn dan wanneer de ogen uit het beeld werden verwijderd, en de wenkbrauwen intact bleven. Omdat mensen steeds grotere sociale groepen zijn gaan vormen, is elke aanwijzing om individuen te identificeren nuttig, en wenkbrauwen lijken daarbij bijzonder in het oog te springen.
Over het geheel genomen lijken wenkbrauwen uniek voor de mens te zijn, en veel te maken te hebben met de algemene haarloosheid van de mens en misschien een uitbreiding van de sterke wenkbrauwmusculatuur van andere primaten. Bij de mens hebben wenkbrauwen verschillende functies, variërend van praktische (zweet tegenhouden) tot sociale (herkenning, emotionele expressie).