De afgelopen decennia is er in de gehele christelijke kerk een opmerkelijke beweging op gang gekomen. De charismatische vernieuwing is spontaan ontstaan over het hele spectrum – van protestants tot rooms-katholiek tot Grieks-orthodox – en er zijn nu miljoenen mensen op elk continent bij betrokken.

Omdat ze zo wijdverspreid is, met verschillende vormen van onderricht en praktijk, kan deze vernieuwing verwarrend zijn. Zoals de drie blinden op de olifant van Aesop – van wie de een de huid aanraakte, de ander de staart, de derde de slagtand – hangt alles af van het punt van contact.

De charismatische vernieuwing is niet strikt een beweging zoals vele andere die in dit boek worden beschreven. Ze kan niet herleid worden tot één opmerkelijke leider, of zelfs maar een kleine groep, met een welomschreven geheel van doctrinaire en organisatorische overtuigingen. De charismatische vernieuwing ontleent haar naam aan het Griekse woord charisma, een gave. In het Nieuwe Testament heeft deze gave betrekking op alles wat God ons geeft in zijn genade door Jezus. Maar meestal wordt dit woord gebruikt voor een specifieke manier waarop de Heilige Geest zich laat zien binnen de christelijke gemeenschap.

De apostel Paulus gebruikt het beeld van het lichaam als hij schrijft over geestelijke gaven. Christenen zijn leden van het lichaam; Jezus is het hoofd. Net zoals delen van het menselijk lichaam verschillende functies hebben, zo ervaren christenen een verscheidenheid aan geestelijke gaven. Deze worden door de Heilige Geest gegeven om het lichaam van Christus te versterken in zijn aanbidding, getuigenis en dienst.

In het hart van de charismatische vernieuwing staat de overtuiging dat het volledige scala van geestelijke gaven in het Nieuwe Testament bedoeld is voor de kerk van vandaag. Deze overtuiging bestrijdt de eeuwenlange traditionele leer dat bepaalde ‘bovennatuurlijke’ gaven (zoals profetie, genezing en spreken in tongen) alleen bestemd waren voor de eerste generatie van het christendom.

Historisch gezien namen deze gaven af in de derde en vierde eeuw. Om hun achteruitgang te verklaren, leerde men dat deze zogenaamde ‘bovennatuurlijke’ of ‘buitengewone’ gaven alleen nodig waren in de eerste eeuw, totdat de kerk was gevestigd en het Nieuwe Testament was voltooid. De charismatische vernieuwing antwoordt dat niet alleen deze gaven in de volgende eeuwen zijn blijven bestaan, maar dat nergens in het Nieuwe Testament wordt geleerd dat ze zouden worden teruggetrokken.

Paulus maakt geen onderscheid tussen ‘natuurlijke’ en ‘bovennatuurlijke’ gaven. Profetie en dienstbetoon, genezing en hulp, tongentaal en bestuur staan in zijn lijsten naast elkaar zonder deze etiketten. Het zijn allemaal manifestaties van de Heilige Geest die de kerk in elke generatie nodig heeft om haar eredienst te inspireren en kracht te geven aan haar zending.

Charismatische gemeenschap

De charismatische vernieuwing heeft solide bewijs dat haar leer over dit onderwerp waar is: alle geestelijke gaven die in het Nieuwe Testament worden genoemd, zijn vandaag de dag in gebruik. Ze worden duidelijk in wekelijkse gebeds- en lofprijzingsdiensten. Hierbij kunnen 500 mensen in een kerk of twintig in een huis aanwezig zijn.

Het hoofddoel is God te aanbidden. De aanwezigen geloven dat de Heer leeft en persoonlijk is, en als zij Hem loven verwachten zij dat de Heilige Geest de gaven zal geven die voor de gelegenheid nodig zijn. De leden richten zich op Jezus Christus, het hoofd van het Lichaam, terwijl ze genieten van zijn aanwezigheid en de kracht van de Geest om hen te sterken voor hun aanbidding en getuigenis.

Vaak begint de muziek van een gitaar een aanbiddingslied. Het zou deze kunnen zijn, gebaseerd op Jesaja’s visioen in de tempel:

We zien de Heer.
Hij is hoog en verheven,
en zijn gevolg vult de tempel.
De engelen roepen heilig,
De engelen roepen heilig is de Heer.

Andere hymnen volgen, veelal woorden uit de Bijbel op muziek gezet. Er volgt een stilte waarna iemand een psalm van lof leest.

Een ander kan spreken over hoe Jezus Christus haar heeft bevrijd, hoe ze het einde van haar eigen middelen heeft bereikt en een nieuw geestelijk leven is begonnen. Als zij afsluit, delen velen in haar vreugde: ‘Dank U. Heer’; ‘Looft God’.

De dienst is niet van tevoren gepland. De structuur ontwikkelt zich rond basisthema’s terwijl de leden de leiding van de Geest volgen. Het lijkt veel op de samenkomst in de vroege kerk die de apostel Paulus beschrijft: “Wanneer jullie samenkomen, heeft iedereen een lofzang, of een woord van onderricht, een openbaring, een tong, of een uitleg. Al deze dingen moeten gedaan worden tot versterking van de gemeente.’

Een voor een lezen verschillende leden uit de Bijbel, of bieden een gebed aan. Ze vertellen hoe Jezus hen overwinning over de zonde heeft gegeven, een bijzondere genezing, nieuwe liefde voor de naaste, wijsheid in een moeilijke situatie of hernieuwde vreugde in zichzelf.

Een of twee keer is er een profetie, een woord van God dat spreekt over een specifieke situatie. Het is niet zozeer een voorspelling van de toekomst als wel een praktische boodschap voor het heden. De profetie kan trots berispen, oproepen tot geloof, bemoediging bieden, verkeerde houdingen veroordelen of Gods liefde voor zijn volk bevestigen. Deze profetieën moeten in harmonie zijn met en onderworpen zijn aan wat de Heilige Geest al in de Bijbel heeft geopenbaard.

Het kan ook voorkomen dat er in tongen wordt gesproken. Zo’n boodschap komt in een taal die voor de aanwezigen onbekend is. Dus na een korte stilte geeft een ander lid een interpretatie, zodat iedereen de boodschap kan begrijpen. De betekenis ervan is, net als een profetie, in overeenstemming met het zich ontvouwende thema van de samenkomst. De charismatische dienst volgt de richtlijnen die Paulus heeft neergelegd in 1 Korintiërs 14:27-33. Vaak geeft iemand uitgebreid onderwijs, een uiteenzetting van een bijbelgedeelte toegepast op het dagelijks leven.

Vaak vraagt iemand gebed om genezing. De grotere charismatische gemeenschappen hebben daar vaak op een ander tijdstip een speciale dienst voor. Kleinere groepen thuis, waar de leden elkaar beter kennen, bidden voor genezing wanneer daarom wordt gevraagd. Soms is de genezing onmiddellijk, soms gaat het om een proces van ondersteunend gebed over een lange periode; soms blijft de genezing uit, maar altijd voelt de persoon zich geliefd en gewaardeerd door God en door de gemeenschap.

Deze gebeds- en lofprijzingsbijeenkomsten bieden een gelegenheid voor de leden van het lichaam van Christus om een verscheidenheid aan geestelijke gaven te tonen voor de opbouw van de gemeenschap, voor het geven van nieuwe kracht aan haar eredienst, getuigenis en dienst. Hoewel het programma niet gepland is, is er een dynamische beweging binnen de gemeenschap als de Heilige Geest het thema van de samenkomst ontwikkelt. Mensen komen vaak uit een verscheidenheid van kerken waar ze actief zijn in de meer traditionele vormen van aanbidding en dienst.

Vier stromen

Om de impact van de charismatische vernieuwing te begrijpen, hebben we enig historisch perspectief nodig. Hoewel de rivier niet tot één bron kan worden herleid, wordt zij gevoed door vier hoofdstromen. Zij stromen niet in geïsoleerde kanalen, maar vloeien bij tijd en wijle in elkaar over. Toch heeft elke stroom zijn eigen onderscheidende kenmerken.

De eerste stroom is de klassieke pinksterbeweging die kort na 1900 in de Verenigde Staten op gang kwam. (Een meer gedetailleerde beschrijving staat in het artikel Releaseasing the Spirit.} De grotere protestantse denominaties verwierpen de pinksterbeweging als een andere cultische golf. Niettemin verspreidde ze zich overzee naar Groot-Brittannië, Scandinavië, Duitsland en Zwitserland. In de daaropvolgende decennia vestigde zij zich in Latijns Amerika, Azië en Afrika. Aanvankelijk was het pentecostalisme zowel gefragmenteerd als geïsoleerd, maar geleidelijk aan groeide het uit tot verschillende grote groepen. In de jaren 1940 vormden deze de driejaarlijkse Pinkster Wereld Conferentie. De pinksterbeweging telt nu 50 miljoen leden en vormt de grootste niet rooms-katholieke gemeenschap in veel landen van Europa en Latijns-Amerika.

Een tweede stroming begon zich in de jaren vijftig stilletjes een weg te banen binnen de grote protestantse denominaties. Een sleutelfiguur was David Du Plessis, een pinksterpredikant uit Zuid-Afrika, die communicatielijnen opende met de reguliere kerken. Hij deelde de charismatische boodschap met invloedrijke protestantse leiders in Europa en Noord-Amerika.

Ondergrondse stroompjes vormden zich onafhankelijk van elkaar op gemeentelijk niveau in de Verenigde Staten. Een daarvan kwam plotseling in het nieuws door een gebeurtenis in de St Mark’s Episcopal Church in Van Nuys, Californië in april 1960. De rector, Dennis BenTiett, stond op zijn kansel en vertelde over een nieuw werk van de Heilige Geest in de kerk en ook in zijn eigen leven. Het betrof een verscheidenheid van geestelijke gaven waaronder het spreken in tongen. De onmiddellijke sterke reactie dwong hem zijn ontslag in te dienen.

Bennett schreef een brief aan zijn parochianen waarin hij hen vroeg de kerk niet te verlaten. Hij bevestigde dat het belangrijk was dat zij in de kerk zouden blijven, zodat de Geest vrijer zou kunnen werken. Bennett werd uitgenodigd om dienst te doen in St Luke’s Episcopal Church in Seattle, Washington. Daar ging hij door met het onderwijzen en aanmoedigen van de uitoefening van geestelijke gaven in de kerk, waaronder genezing, profetie en het spreken in tongen. Zijn vele reizen en geschriften in de daaropvolgende jaren stimuleerden de charismatische vernieuwing in de grote protestantse denominaties. Ook invloedrijk in deze beginjaren waren de Luthersen Larry Christenson, de Gereformeerden Harald Bredesen en de Episcopalen Everett Fullam.

In 1963 begonnen Du Plessis, Bennett en Christenson met bezoeken aan Engeland. Als gevolg daarvan raakte Michael Harper, kapelaan in All Souls Church, Londen, betrokken bij de charismatische vernieuwing. Hij verliet All Souls in 1964 om de Fountain Trust op te richten, die gedurende de volgende zestien jaar een pioniersrol vervulde in de vernieuwing in Groot-Brittannië en deze over de hele wereld beïnvloedde. De conferentie van Guildford in 1971 was vormend voor de vernieuwing in Europa en vele delen van het Britse Gemenebest. Tegen dat jaar had het zich verspreid over alle denominaties in Groot-Brittannië en was het begonnen in de Rooms-Katholieke Kerk.

Een derde charismatische stroming heeft zich tegelijkertijd ontwikkeld buiten het mainstream protestantisme. Onafhankelijke groepen die iets van het pinksterimago afwierpen, spraken veel mensen aan die gedesillusioneerd waren over hun eigen kerken. Deze groepen, met leiders als Derek Prince en Bob Mumford, zijn overgegaan op een sterke nadruk op gemeenschap. Zij worstelen momenteel met de hele kwestie van kerkstructuur en wat discipelschap vandaag werkelijk betekent. Prominent in deze stroming zijn de huiskerken. Veel van deze onafhankelijke gemeenschappen zijn als informele gemeenschappen met elkaar verbonden door gemeenschappelijke leraren, conferenties, cassettebandjes en literatuur. (Zie De Kerk thuis.)

Rooms-katholieke vernieuwing

De vierde charismatische stroming begon aan het eind van de jaren zestig binnen de Rooms-Katholieke Kerk te stromen. De weg was in de voorafgaande tien jaar voorbereid door de Cursillo beweging met haar zorg voor een vernieuwing in de kerk. De conferenties van deze beweging hielpen christenen hun toewijding aan Jezus Christus in de wereld effectief uit te leven door de kracht van de Heilige Geest. Deze beweging begon in Spanje na de Tweede Wereldoorlog en kwam naar Amerika in 1957.

In de herfst van 1966 erkenden verschillende leken op de faculteit van de Duquesne Universiteit in Pittsburgh een gebrek aan dynamiek in hun christelijk getuigenis. Daarom begonnen zij te bidden dat de Heilige Geest hen zou vernieuwen met het krachtige leven van de verrezen Heer. Half februari 1967 gingen een dertigtal studenten en docenten op weekendconferentie om te bidden en te mediteren over de eerste vier hoofdstukken van de Handelingen der Apostelen. Zaterdagavond, toen zij in de kapel bijeenkwamen, bracht de Heilige Geest iets nieuws in hun leven. Een professor rapporteerde. Er was geen aanwijzing over wat er gedaan moest worden… Sommigen loofden God in nieuwe talen, anderen huilden stilletjes van vreugde, weer anderen baden en zongen. Ze baden van tien uur ’s avonds tot vijf uur ’s morgens. De hele avond door ging God op een wonderbaarlijke manier met ieder van hen om.’

In de weken daarna groeide de broederschapgroep op de universiteit. Ze begon meer te functioneren als een gemeenschap die geestelijke gaven gebruikte om het lichaam van Christus te versterken. Deze vernieuwing verspreidde zich naar andere universiteiten.

In september 1967 werd de eerste jaarlijkse Nationale Katholieke Pinksterconferentie gehouden met ongeveer 150 studenten, stafleden en priesters. In het volgende decennium verspreidde de beweging zich naar vele parochies in de Verenigde Staten. Tegen 1977 waren ongeveer een miljoen mensen actief in de vernieuwing en de jaarlijkse conferentie had een opkomst van 30.000.

In 1974 riep kardinaal Suenens van België, een vroege voorstander, een kleine internationale groep theologen en lekenleiders bijeen in Mechelen voor een studieconferentie. Zij stelden een verklaring op over de theologische en pastorale bekommernissen van de charismatische vernieuwing en haar rol in het leven van de kerk. De vernieuwing breidde zich nu uit over alle grote continenten. Uiteindelijk werd het hoofdkwartier het International Catholic Charismatic Renewal Office, gevestigd in Rome. Tegen 1983 waren ongeveer 15 miljoen mensen in 120 landen beïnvloed door deze beweging van de Geest.

De stromingen van de charismatische vernieuwing blijven zich verbreden en verdiepen. De pinkstergemeenten over de hele wereld groeien snel, vooral in Latijns-Amerika. Binnen de protestantse, rooms-katholieke en orthodoxe kerken wordt deze beweging door God gebruikt om miljoenen christenen nieuw leven in te blazen voor wie het kerklidmaatschap meestal formeel of nominaal is geweest.

Net als vroegere opwekkingen in de kerk heeft de charismatische vernieuwing zowel verstoring als voordeel gebracht. Soms zijn de aanhangers overenthousiast geweest en hebben zij onverstandig gehandeld, zodat de meer traditionele leden van de gemeente werden afgeschrikt. Soms was er verdeeldheid. Maar voor het grootste deel is de charismatische vernieuwing doorgegaan binnen de grote gevestigde kerken.

Wat kenmerkt deze vernieuwing?

Elke waarachtige vernieuwing is een gave van de Heilige Geest. En vernieuwingen hebben bepaalde gemeenschappelijke kenmerken: mensen verwachten dat God werkt; het aanbidden van God wordt centraal in het leven;

er worden nieuwe liederen geschreven; mensen stralen liefde naar elkaar uit; zij worstelen om hun vernieuwde leven uit te werken in individuele en collectieve zin. De charismatische vernieuwing heeft dit allemaal. Maar zij heeft ook andere kenmerken, die haar tezamen tot een ongekende vernieuwing in de geschiedenis van de kerk maken:

  • Zij is spontaan ontstaan. Ongepland en onvoorspelbaar, komt zij niet overeen met enig menselijk plan voor kerkvernieuwing. Op een buitengewone wijze zijn op ver van elkaar verwijderde plaatsen gelijksoortige patronen van charismatische activiteit ontstaan, zonder dat daar een duidelijke wisselwerking tussen bestond.
  • Het is een wereldwijd verschijnsel, dat de meeste kerkgrenzen overschrijdt, evenals politieke barrières tussen Oost, West en de Derde Wereld. Haar basiskenmerken worden niet fundamenteel veranderd door verschillen in cultuur, economisch systeem of levensstandaard.
Wereldwijde vernieuwing: de charismatische beweging
Charles E. Hummel | posted 1/01/1986 12:00AM
<1986/issue9/9105.html?start=4″>
  • Het initiatief ligt bij de leken, zoals blijkt uit de vierkante of cirkelvormige opstelling van een typische charismatische bijeenkomst. Geleid door de Geest krijgen de leden van het lichaam de gelegenheid om te delen in bijbellezing, gebed, getuigenis en het gebruik van een scala van geestelijke gaven.
  • Er is een groei in christelijke gemeenschap. De vernieuwing laat zien dat de geestelijke gaven in de eerste plaats bedoeld zijn om het lichaam van Christus te versterken voor zijn eredienst, getuigenis en dienstbetoon. Deze theorie wordt werkelijkheid met een nieuw gemeenschapsgevoel in deze beweging.
  • Charismatische gemeenschappen verwachten dat de Heilige Geest al zijn gaven zal geven. (Spreken in tongen en de doop in de Geest krijgen een speciale behandeling in de volgende hoofdstukken.)
  • De vernieuwing neemt de Bijbel serieus als het woord van God. Mensen ontwikkelen een nieuwe dorst om de waarheid te lezen en toe te passen, en ze merken dat het gezag ervan duidelijk wordt als ze het toepassen in het dagelijks leven.
  • Als mensen vernieuwd zijn, ontwikkelen ze een nieuwe zorg om het goede nieuws over Jezus te delen. Ze hebben vertrouwen dat ze effectief over Hem kunnen getuigen.
  • De vernieuwing maakt mensen vrij om hun lichaam en emoties, evenals hun verstand, te gebruiken in aanbidding. De lofprijzing is vreugdevol en hartelijk; de handen gaan omhoog in aanbidding; christenen omhelzen elkaar. Er is ook een herstel van de genezende bediening van de kerk in allerlei soorten ziekten, inclusief de lichamelijke.

De opmerkelijke groei van de charismatische vernieuwing beantwoordt aan een verlangen dat veel mensen voelen. Wij verlangen naar een werkelijk geestelijk leven, in plaats van een christendom dat geïntellectualiseerd is en in beslag genomen wordt door technieken. Wij verlangen naar een echte gemeenschap waarin elke christen zijn of haar rol vindt in het lichaam van Christus. En wij verlangen ernaar de kracht van de Geest te kennen, als reactie op een christendom dat het wonderbaarlijke in het Nieuwe Testament weg verklaart en uitsluit van het leven.

Miljoenen christenen in de charismatische vernieuwing getuigen van een levensveranderende ervaring. Velen noemen het ‘doop in de Geest’. Zij beschrijven de resultaten op verschillende manieren, maar altijd is er een gevoel van geestelijke frisheid, een nieuwe christelijke vitaliteit. Dit gaat samen met een nieuwe waardering voor geestelijke gaven, die door de Heilige Geest worden gegeven om het lichaam van Christus op te bouwen en het te sterken om uit te reiken naar anderen. Velen, maar niet allen, beginnen in tongen te bidden in hun privé-gebeden.

Het is gemakkelijker om de doop in de Geest te beschrijven dan uit te leggen. Sommigen verbinden het met bekering en zekerheid, anderen met een tweede zegen. Velen proberen controverse te vermijden door een andere term te gebruiken, zoals ‘vrijlating van de Geest’. Onnodige controverse kan worden vermeden als men erkent dat ‘doop in de Geest’, zoals vele woorden, meer dan één betekenis kan hebben, afhankelijk van de context. Paulus gebruikte het tenminste eenmaal voor ‘redding’, Jezus voor ‘dienst’.

Wanneer de Geest op dramatische en onverwachte wijze werkt, heeft de kerk vaak tijd nodig om te begrijpen wat er gebeurt. Het is mogelijk dat onze ervaring van God beter is dan onze theologische uitleg. Niettemin zijn alle deelnemers aan de charismatische vernieuwing het erover eens dat zij een fundamentele vraag oproept: ‘Wat is normaal christelijk leven zoals Jezus het bedoelt?’

Zij zien de vernieuwing als de uitstorting van zijn gaven door de Geest om geestelijk leven te doen herleven onder christenen en kerken die al lang gewend waren aan een niveau van leven dat het Nieuwe Testament subnormaal zou noemen. CH

Door Charles E. Hummel
Volgende artikelen

Nieuwe Dageraad in Oost-Afrika: de Oost-Afrikaanse opwekking

“Niets kan een echte uitstorting van de Heilige Geest in Rwanda nu nog tegenhouden, behalve ons eigen gebrek aan heiliging.”

Michael Harper

Erfenis van vrijheid: Inleiding

Inleiding tot het nummer Erfgoed van de Vrijheid.

de Redactie

Enthousiasme in Azië: de nieuwe profetie

Het effect van het Montanisme.

David Wright

Radicale gemeenschappen: de moderne gemeenschapsbeweging

Communalisme binnen het christendom.

Jeanne Hinton

Toon meer

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *