Druïden waren mensen in het oude Groot-Brittannië en Frankrijk die een grote verscheidenheid aan rollen vervulden – “filosofen, leraren, rechters, de bewaarplaats van gemeenschappelijke wijsheden over de natuurlijke wereld en de tradities van de mensen, en de bemiddelaars tussen de mensen en de goden,” schrijft Barry Cunliffe in zijn boek “Druïden: A Very Short Introduction” (Oxford University Press, 2010). Hij merkt op dat, vreemd genoeg, de oude teksten hen niet direct “priesters” noemen.

Bijna alles wat we weten over druïden is tweedehands kennis. Overgeleverde teksten die hen vermelden werden geschreven door niet-druïden, iets wat een probleem vormt voor hedendaagse historici die proberen te begrijpen wie zij waren en hoe hun rol veranderde doorheen de tijd. Julius Caesar, die Gallië veroverde, is inderdaad één van de belangrijkste bronnen van informatie over de druïden. Hij schreef dat de druïden de voorkeur gaven aan mondeling onderricht boven het schrift.

Of de druïden nu precies waren of niet, het is duidelijk dat ze vaak vereerd werden. Druïden waren te vinden in Brittannië en Gallië (het huidige Frankrijk), maar ook in andere delen van Europa en misschien zelfs in het Midden-Oosten. De schrijver Dio Chrysostom, die ongeveer 1900 jaar geleden leefde, vergeleek druïden met de Magiërs en de Brahmanen van India. De “Kelten benoemden diegenen die zij druïden noemen, deze waren ook gewijd aan de profetische kunst en aan wijsheid in het algemeen,” schreef hij (vertaling met dank aan de website van de Universiteit van Chicago).

Wanneer begon het druïdisme?

Wanneer het druïdisme begon is onbekend. Cunliffe, emeritus hoogleraar Europese archeologie aan de Universiteit van Oxford, merkt op dat de vroegste schriftelijke verwijzing naar hen dateert van ongeveer 2.400 jaar geleden. Het druïdisme gaat zeker nog veel verder terug, maar hoe ver is onbekend.

Het oude druïdisme bleef bestaan tot ongeveer 1200 jaar geleden, maar werd geleidelijk aan verdrongen door het Christendom. Er is een opwekkingsbeweging van hedendaagse druïden; Cunliffe, en andere geleerden, wijzen er echter op dat er een kloof is van bijna een millennium tussen de ondergang van de oude druïden en de verschijning van deze opwekkingsgroep.

De mensen van vandaag associëren Stonehenge vaak met druïdisme. Stonehenge werd echter hoofdzakelijk tussen 5.000 en 4.000 jaar geleden gebouwd, terwijl de vroegste schriftelijke verwijzing naar de druïden dateert van ongeveer 2.400 jaar geleden. Er is dus opnieuw een kloof in de tijd en de vraag of het druïdisme bestond toen Stonehenge werd gebouwd, en zo ja in welke vorm, is een open vraag.

Maretak en de maan

Oeroude bronnen geven enkele prikkelende hints over de dingen die de druïden belangrijk vonden.

In één passage spreekt Plinius de Oudere (die bijna 2000 jaar geleden leefde) over het belang van maretak en van de vijfde dag van de maan.

Hij zegt dat maretak “wordt verzameld met rituelen vol religieus ontzag. Dit gebeurt meer in het bijzonder op de vijfde dag van de maan, de dag die het begin is van hun maanden en jaren, evenals van hun leeftijden …” (vertaling door John Bostock).

Hij spreekt ook over het belang van dierenoffers en vruchtbaarheid voor de druïden. Zij “brengen daar twee witte stieren, waarvan de horens dan voor het eerst worden gebonden. Gekleed in een wit gewaad bestijgt de priester de boom en snijdt met een gouden sikkel de maretak af, die door anderen in een witte mantel wordt ontvangen. Daarna vereeuwigen zij de slachtoffers” terwijl zij gebeden opzeggen, schreef Plinius de Oudere. “

Hoe wijdverbreid was het druïdisme?

Hoe wijdverbreid het druïdisme was in de antieke wereld is ook een mysterie. Het bloeide zeker op de Britse eilanden en in Gallië. Julius Caesar beweerde dat het druïdisme oorspronkelijk uit Brittannië kwam, en zij die het grondig wensten te bestuderen reisden daarheen.

“Deze instelling wordt verondersteld in Brittannië te zijn bedacht, en van daaruit naar Gallië te zijn overgebracht; en nu komen zij die een nauwkeuriger kennis van dat systeem wensen te verkrijgen, gewoonlijk om het te bestuderen.” (Vertaling met dank aan Perseus Digital Library)

Of het druïdisme werkelijk in Brittannië is ontstaan is onbekend. Bovendien is het mogelijk dat druïden veel verder in de wereld voorkwamen. Druïdisme wordt vaak geassocieerd met een volk gekend als de Kelten, en hun nederzettingen werden gevonden tot in het hedendaagse Turkije. Bovendien dienden Keltische huurlingen tot in Egypte (tijdens de regering van Cleopatra VII) en zelfs in Judea.

Deden de druïden aan mensenoffers?

Heden ten dage wordt vaak gezegd dat de druïden aan mensenoffers deden. Dit is misschien niet juist. Oude bronnen geven aan dat de druïden naast verschillende andere klassen dienden die ook spirituele functies uitoefenden. De identiteit en de rol van deze andere klassen veranderde, afhankelijk van de cultuur en de tijd.

Een man genaamd Diodorus Siculus, die meer dan 2000 jaar geleden leefde, zei dat terwijl de druïden altijd aanwezig waren tijdens een mensenoffer, het een andere groep was gekend als de “vates” die het offer zelf uitvoerden.

Hoe wijdverspreid mensenoffers waren onder de culturen die de druïden dienden is een ander mysterie. Het is belangrijk op te merken dat veel van de overgeleverde geschriften afkomstig zijn van Romeinse schrijvers die vijandig konden staan tegenover de druïden en de culturen die zij dienden.

In 60 na Christus bijvoorbeeld, sloten de druïden zich aan bij een opstand tegen de Romeinen op het eiland Mona (het huidige Anglesey) in Wales. Cornelius Tacitus rapporteerde dat nadat de Romeinen de opstandelingen hadden neergeslagen, zij wijdverspreide bewijzen vonden van mensenoffers, een bewering die wellicht overdreven was om de druïden in een negatief daglicht te stellen.

“Vervolgens werd een macht over de overwonnenen ingesteld, en hun bosjes, gewijd aan onmenselijk bijgeloof, werden vernietigd. Zij beschouwden het inderdaad als een plicht om hun altaren te bedekken met het bloed van gevangenen en hun goden te raadplegen via menselijke ingewanden,” schreef Tacitus (vertaling met dank aan Perseus Digital Library).

Het einde van het druïdisme

Toen het christendom zich over Europa verspreidde, verdween het druïdisme geleidelijk aan. Cunliffe merkt op dat druïden in de achtste eeuw na Christus nog steeds aanwezig waren in Ierland, maar in een sterk gereduceerde vorm.

“Druïden worden nu gezien als de makers van liefdes-poties en bezweerders van spreuken, maar weinig anders,” schrijft Cunliffe. “De stemming wordt gevat door een 8e-eeuwse hymne die vraagt om Gods bescherming tegen de betoveringen van vrouwen, smeden en druïden!”

Het druïdisme zou in de Middeleeuwen verdwijnen, maar in de moderne tijd weer opleven, zij het ongeveer een millennium nadat de oude vorm was uitgestorven.

– Owen Jarus

Recent nieuws

{{artikelnaam }}

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *