De nieuwe tentoonstelling Hadrianus van het British Museum: Empire and Conflict is duidelijk een groot succes: maar wie was Hadrianus? De ondertitel van de tentoonstelling, Empire and Conflict, is zeker dubbelzinnig. Het is tegenwoordig in de mode om Rome te zien als een militaire dictatuur, “plegers van extreem geweld en vernietiging”, met de implicatie dat elke keizer wel bij conflicten betrokken moet zijn geweest. Maar in hoeverre geldt dit voor Hadrianus? Was hij in wezen een oorlogszuchtige en een man van conflicten? Of was hij aan de andere kant een imperiumbouwer, een bestuurder die de pax Romana tot stand bracht? Aan welke kant stond Hadrianus?
Hadrianus (117-138 n.Chr.) was de op één na belangrijkste Romeinse keizer na Augustus, en inderdaad de tweede van de vier keizers die Rome’s gouden eeuw in de 2e eeuw n.Chr. vormden. Net als Augustus vestigde, of herstelde, Hadrianus veel van de principes waarvan het succes van Rome afhing. Maar net als Augustus was Hadrianus meer een manager dan een strijder, en een van de eerste dingen die hij deed was terugkomen op enkele van de veroveringen van zijn voorganger, met name in Irak. Het grootste conflict in zijn regering was de onderdrukking van de Joodse Opstand in 130-136 n.C.
De Joden van Cyrene en andere steden waren al aan het eind van Trajanus’ bewind in opstand gekomen tegen de Romeinse overheersing. Nu, aan het eind van zijn eigen regeerperiode, onderdrukte Hadrianus hun volgende opstand. Deze opstand wordt in de tentoonstelling geïllustreerd door een aantal kleine voorwerpen uit de zogenaamde Brievengrot, die in de jaren 1960 werd opgegraven en waar een aantal van de opstandelingen hun toevlucht zochten. Onder de tentoongestelde voorwerpen is een brief van Simon bar Kokhba, de leider van de opstand, die hem op een wat kribbige manier toont, dreigend met strenge straffen voor degenen die hem niet gehoorzaamden: “iedereen uit Teko’an die bij jullie wordt aangetroffen, de huizen waarin zij wonen zullen worden verbrand, en ook jullie zullen worden gestraft”. Er is ook een stel sleutels die zij meebrachten uit de huizen waarnaar zij nooit zouden terugkeren. Maar er is ook een mooie glazen schaal waaruit blijkt dat zij ondanks de moeilijkheden toch een aantal kostbaarheden konden meenemen en naar de bijna ontoegankelijke grot hebben gesjouwd.
Een van zijn belangrijkste prestaties was het vastleggen van de grenzen van het Romeinse Rijk, met name door het bouwen van de muur dwars door Noord-Engeland die zijn naam draagt. Maar het is moeilijk om in een tentoonstelling als deze veel over grenzen te doen: de interessantste vertoning voor mij was die van de drie souvenirbekers die bekend zijn van de muur van Hadrianus, de Rudge-beker uit Alnwick Castle, de Moorlands-pan die zich nu in het British Museum bevindt en de Amiens-pan uit Frankrijk, die allemaal inscripties hebben die naar de muur verwijzen: ze waren allemaal veel kleiner dan ik had gedacht.
Zeker, Hadrianus had een passie voor bouwen en voor architectuur. Een verrassende tentoonstelling waren enkele pilasterkapitelen uit het Pantheon in Rome die waren gered en naar het British Museum waren gebracht toen het Pantheon in 1747 werd gerestaureerd. Het was bijzonder toepasselijk dat de tentoonstelling werd gehouden in de voormalige leeszaal van het British Museum, die zelf was gemodelleerd naar het Pantheon en slechts een paar voet kleiner in diameter is dan het origineel.
De tentoonstelling wordt gedomineerd door standbeelden van Hadrianus, zijn familie, vrienden en collega’s. Het hoogtepunt is het enorme nieuwe beeld dat onlangs in Sagalossos in Turkije is ontdekt en nog nooit eerder is tentoongesteld. Ook te zien is het beroemde beeld dat in 1867 in Cyrene werd ontdekt en zich momenteel in het British Museum bevindt, en dat hem in Griekse kleding lijkt voor te stellen. Hadrianus was inderdaad een hellenofiel – en stond bekend als Graeculus, de kleine Griek. Een gedetailleerd heronderzoek van dit beeld heeft echter aangetoond dat de oorspronkelijke restaurateurs het verkeerde hoofd op het verkeerde lichaam hadden gezet: Hadrianus was niet zo Grieks als men had gedacht.
Er is ook een standbeeld van zijn vrouw Sabina te zien. Maar dit was een diplomatiek huwelijk, zijn echte passie ging uit naar zijn vriend Antinous, die in de Nijl verdronk en die hij in een god trachtte te veranderen. De Romeinen waren verontwaardigd, niet omdat Hadrianus homoseksueel was, maar omdat hij van zijn vriend een god probeerde te maken. Op de tentoonstelling is een beroemde buste te zien, waarvan men vroeger dacht dat hij van Antinous was, maar waarvan men nu denkt dat het een kopie is van een hoofd van Hermes uit de 4e eeuw v. Chr. De tentoonstelling gaat ook vergezeld van een tentoonstellingsboek (helaas geen catalogus) door de curator Thorsten Opper.
We woonden de openingsceremonie bij, die werd gedomineerd door een virtuoos optreden van Boris Johnson, de burgemeester van Londen, die begon met een vertolking in het Latijn, en vervolgens een duizelingwekkende vertoning van gevatheid en oratie gaf. Uiteindelijk vond ik dat de tentoonstelling Hadrianus neerzette als een uitstekende zakenman, maar het is een interessante en stimulerende tentoonstelling, en een grote prestatie van de curator.
Dit artikel is een uittreksel van het volledige artikel dat is gepubliceerd in World Archaeology Issue 31. Klik hier om u te abonneren