Hormonen controleren die essentieel zijn voor uw stofwisseling
Uw schildklier is een kleine klier, die normaal gesproken minder dan een ons weegt en zich aan de voorkant van de hals bevindt. Hij bestaat uit twee helften, lobben genaamd, die langs de luchtpijp (trachea) liggen en met elkaar verbonden zijn door een smalle strook schildklierweefsel, de isthmus.
De schildklier bevindt zich net onder uw “Adamsappel” of strottenhoofd. Tijdens de ontwikkeling (in de baarmoeder) ontstaat de schildklier achter in de tong, maar normaal gesproken migreert hij voor de geboorte naar de voorkant van de hals. Soms migreert de schildklier niet goed en zit hij hoog in de hals of zelfs achter op de tong (linguale schildklier). Dit is zeer zeldzaam. Soms migreert hij te ver en komt hij in de borst terecht (ook dit is zeldzaam).
De functie van de schildklier is jodium, dat in veel voedingsmiddelen voorkomt, op te nemen en om te zetten in schildklierhormonen: thyroxine (T4) en triiodothyronine (T3). Schildkliercellen zijn de enige cellen in het lichaam die jodium kunnen opnemen. Deze cellen combineren jodium en het aminozuur tyrosine om T3 en T4 te maken. T3 en T4 komen dan vrij in de bloedstroom en worden door het hele lichaam getransporteerd waar ze de stofwisseling regelen (omzetting van zuurstof en calorieën in energie).
Iedere cel in het lichaam is afhankelijk van schildklierhormonen voor de regulering van hun stofwisseling. De normale schildklier produceert ongeveer 80% T4 en ongeveer 20% T3, maar T3 heeft ongeveer vier keer zoveel hormonale “kracht” als T4.
De schildklier staat onder controle van de hypofyse, een kleine klier ter grootte van een pinda aan de basis van de hersenen (hier in oranje afgebeeld). Wanneer het peil van de schildklierhormonen (T3 & T4) te laag wordt, produceert de hypofyse schildklierstimulerend hormoon (TSH) dat de schildklier stimuleert om meer hormonen te produceren. Onder invloed van TSH gaat de schildklier T3 en T4 produceren en uitscheiden, waardoor hun bloedspiegels stijgen.
De hypofyse merkt dit en reageert door de TSH-productie te verlagen. Je kunt je de schildklier voorstellen als een oven en de hypofyse als de thermostaat.
Schildklierhormonen zijn als warmte. Als de warmte terugkomt bij de thermostaat, wordt de thermostaat uitgezet. Als de kamer afkoelt (de schildklierhormonen dalen), gaat de thermostaat weer aan (TSH stijgt) en de oven produceert meer warmte (schildklierhormonen).
De hypofyse zelf wordt geregeld door een andere klier, die bekend staat als de hypothalamus (in het plaatje hierboven in lichtblauw). De hypothalamus maakt deel uit van de hersenen en produceert TSH Releasing Hormone (TRH), dat de hypofyse vertelt om de schildklier te stimuleren (TSH vrij te geven). Je zou je de hypothalamus kunnen voorstellen als degene die de thermostaat regelt, omdat hij de hypofyse vertelt op welk niveau de schildklier moet worden ingesteld.
Volgende lezen
Schildklier: Overzicht