De lendenwervelkolom is de onderrug die begint onder de laatste borstwervel (T12) en eindigt aan de top van de sacrale wervelkolom, of heiligbeen (S1). De meeste mensen hebben 5 lumbale niveaus (L1-L5), hoewel het niet ongebruikelijk is er 6 te hebben. Elk lendenwervelniveau is genummerd van boven naar beneden-L1 tot en met L5, of L6.

De wervellichamen in de lage rug zijn grotere, dikkere blokachtige structuren van dicht bot. Van voren (of anterieur) lijkt het wervellichaam afgerond. De achterste beenderstructuur is echter anders: lamina, pedikels en beenderige uitsteeksels aan de achterkant van het wervellichaam. Deze processen en wervelbogen creëren het holle wervelkanaal voor de lumbale zenuwstructuren en de cauda equina.

De lamina, een dunne benige plaat, schermt de toegang tot het wervelkanaal af of beschermt deze. Sommige mensen die lumbale wervelkanaalstenose hebben, kunnen een chirurgische procedure ondergaan die decompressieve laminotomie of laminectomie wordt genoemd. Bij deze ingreep wordt het lamina op het aangedane niveau gedeeltelijk of geheel verwijderd en wordt de ruimte rond de beknelde zenuwen vergroot.

Lumbale structuren vormen sterk gewrichtscomplex

Een enkele tussenwervelschijf scheidt 2 wervellichamen, en vormt samen met de facetgewrichten een sterk gewrichtscomplex dat de wervelkolom in staat stelt te buigen en te draaien. Een paar facetgewrichten van het bovenste (of superieure) wervellichaam staat in verbinding met het onderste (of inferieure) paar facetgewrichten. De facetgewrichten zijn echte synoviale gewrichten, wat betekent dat ze bekleed zijn met kraakbeen en dat het gewrichtskapsel gewrichtsvloeistof omsluit die ervoor zorgt dat de gewrichten tijdens het bewegen kunnen glijden.

• Facetgewrichtssyndroom kan zich ontwikkelen als gevolg van veroudering en degeneratieve veranderingen van de wervelkolom en pijn in de onderrug veroorzaken.

Lumbale tussenwervelschijven worden op hun plaats gehouden door de vezelige eindplaten van de bovenste en onderste wervellichamen. Het gelachtige centrum van elke schijf, de nucleus pulposus, wordt omhuld of omgeven door de annulus fibrosus – een taaie laag vezelkraakbeen die kan worden vergeleken met een radiale band.

De schijven maken integraal deel uit van het gewrichtscomplex en hebben tot taak (1) de bovenste en onderste wervels bijeen te houden, (2) het gewicht te dragen, (3) schokken en krachten tijdens de beweging op te vangen en te verdelen, en (4) open zenuwdoorgangen te creëren die foramen of neuroforamen worden genoemd. In de neuroforaminale ruimten aan weerszijden van de schijf kunnen zenuwwortels het wervelkanaal verlaten en de wervelkolom verlaten.

• Een hernia van de lendenwervelschijf is een veel voorkomende oorzaak van lage rugpijn die kan uitstralen naar een of beide benen, lumbale radiculopathie genoemd. Deze aandoening kan ontstaan wanneer lumbale zenuwen worden samengedrukt.

Lage rug ondersteund door lumbale ligamenten, pezen en spieren

Systemen van sterke vezelachtige banden houden de wervels en tussenwervelschijven bij elkaar en stabiliseren de wervelkolom door te grote bewegingen te helpen voorkomen. De 3 belangrijkste ligamenten van de wervelkolom zijn het (1) voorste longitudinale ligament, (2) achterste longitudinale ligament en (3) ligamentum flavum. De pezen van de wervelkolom hechten de spieren aan de wervels en zorgen er samen voor dat overmatige bewegingen worden beperkt.

Lumbale wervelkolom zenuwen

Het ruggenmerg eindigt tussen de eerste en tweede lendenwervel (L1-L2). Onder dit niveau vormen de resterende zenuwen de cauda equina, een bundel zenuwen die lijkt op de staart van een paard. Deze kleine zenuwen geven berichten door tussen de hersenen en structuren in het onderlichaam, waaronder de dikke darm, de blaas, de buikspieren, het perineum, de benen en de voeten.

4 manieren om uw lage rug te beschermen

Aangezien 80% van de volwassenen op enig moment in hun leven een arts bezoekt vanwege lage rugpijn, loont het de moeite om uw lendenwervelkolom te verzorgen om pijnlijke, onnodige slijtage aan dit kwetsbare deel van uw wervelkolom te helpen voorkomen. U kunt het risico op lage rugklachten minimaliseren door:

1. 1. Gewicht te verliezen. Zelfs een gewichtsverlies van 10 kilo kan al helpen om pijn in de onderrug te verminderen.

2. Versterk en onderhoud de kernspieren (buikspieren). De buikspieren en onderrugspieren vormen samen een ondersteunende “gordel” rond uw middel en onderrug. Sterkere spieren helpen de onderrug te stabiliseren en kunnen het risico op blessures verminderen.

3. Stop met roken. Nicotine vermindert de bloedtoevoer naar de wervelkolomstructuren, waaronder de lendenwervelschijven, en kan leeftijdsgebonden degeneratieve veranderingen versnellen.

4. Juiste houding en lichaamsmechanica. Houd uw ruggengraat rechtop en til voorwerpen op met uw benen. Vraag altijd om hulp bij het dragen van zware voorwerpen. Hoewel uw lumbale wervelkolom in staat is om tegelijkertijd te buigen en te draaien, moet u dit vermijden.