Het delven van steen is altijd een moeilijke en dure aangelegenheid geweest. Het is veel eenvoudiger om een stenen gebouw te maken van de stenen die in de velden en bossen verspreid liggen, maar het resultaat is een muur van het type willekeurig puin. Wanneer die willekeurige puinmuur een hoek om moet, zorgen de stenen van verschillende grootte en vorm voor een visueel en technologisch probleem. Door de rafelige lijn verzamelt het water, door het gebruik van kleine, gevarieerde stenen springen ze gemakkelijk uit de hoek wanneer ze van twee kanten aan de elementen worden blootgesteld. Quoins van gehouwen steen werden gebruikt om de randen van stenen muren in te dammen en deze blootgestelde hoekproblemen op te lossen. Omdat ze van gehouwen steen zijn, stapelen ze zich netjes op elkaar en door hun consistente grootte en vorm houden ze de hoek stevig en verticaal.
Hoewel dit technologische gebruik van quoins al lang is vergeten, zijn het slechts stilistische accenten die nu zonder veel subtiliteit op gebouwen worden aangebracht. Overal in het land zie je nep-steenblokken, baksteenblokken, houten blokken die op steenblokken moeten lijken, en het beste nog, EIFS-blokken (nep-stucwerk).