De spinocerebellaire tractus zijn afferente neuronen die proprioceptieve gegevens overbrengen van het ruggenmerg naar het cerebellum. Er zijn anterieure (of Gowers’ tractus) en posterieure spinocerebellaire tractus, de laatste ook wel Flechsig’s tractus genoemd. Zowel de anterieure als de posterieure spinocerebellaire tracten liggen in de periferie van de laterale funiculus van het ruggenmerg.

Deze tracten spelen een cruciale rol in cerebellaire-corticale-spinale feedback lussen die nodig zijn voor evenwicht en coördinatie.

Grote anatomie

Centrale verbindingen

Anterieure spinocerebellaire vezels verbinden met de superieure cerebellaire pedunkel. De posterieure spinocerebellaire vezels verbinden zich met de inferieure cerebellaire pedunkel.

Loop

Beide tracten worden perifeer gevoed door Golgi peesorganen en cutane tast- en drukreceptoren. Relevante zenuwvezels komen binnen bij de dorsale zenuwwortels.

Anterior spinocerebellaire tract

Vibers bestemd voor de anterior spinocerebellaire tractus synapsen met posterior hoorncellen in lumbale en sacrale segmenten. Van hieruit gaan de vezels naar de andere kant van het ruggenmerg en vormen zo het voorste spinocerebellaire tractus, dat vervolgens naar de middenhersenen stijgt langs het ventrale aspect van de laterale funiculus. Het daalt dan terug in de superieure cerebellaire pedunkel. De vezels kruisen dan naar de contralaterale zijde. Daarom kruist het voorste spinocerebellaire tractus tweemaal en eindigt ipsilateraal aan zijn oorsprong.

Posterior spinocerebellaire tractus

Fibers voor het posterieure spinocerebellaire tractus (of Flechsig’s tractus) komen het ruggenmerg binnen vanuit het achterste wortelganglion en synapsen met cellen in de thoracale kern, ook wel bekend als Clarke’s kolom. Dit gebeurt in de achterste hoorn van 12 thoracale en de eerste 2 lumbale segmenten. Het posterieure spinocerebellaire tractus stijgt vervolgens op naar de medulla langs de dorsale laterale funiculus, grenzend aan het laterale corticospinale tractus. Het verbindt zich uiteindelijk met het cerebellum bij de inferieure cerebellaire pedunkel.

Geschiedenis en etymologie

De spinocerebellaire tracten zijn genoemd naar de twee wetenschappers die ze bestudeerden: Paul Emil Flechsig, Duits psychiater en William Richard Gowers, Engels neuroloog.

Gerelateerde pathologie

  • Letsel aan het ruggenmerg
  • Multiple sclerose
  • Brown-Séquard syndroom

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *