De kleur paars wordt al eeuwenlang geassocieerd met koningschap, macht en rijkdom. Koningin Elizabeth I verbood het dragen van paars aan iedereen behalve aan naaste leden van de koninklijke familie. De elitaire status van paars komt voort uit de zeldzaamheid en de kosten van de verfstof die oorspronkelijk werd gebruikt om het te produceren.

aarse stof was vroeger zo buitensporig duur dat alleen heersers het zich konden veroorloven. De kleurstof die aanvankelijk werd gebruikt om paars te maken, kwam uit de Fenicische handelsstad Tyrus, die zich nu in het huidige Libanon bevindt. Stoffenhandelaren haalden de kleurstof uit een klein weekdier dat alleen in de streek van Tyrus in de Middellandse Zee voorkwam.

Er kwam heel wat kijken bij de productie van de kleurstof, want er waren meer dan 9.000 weekdieren nodig om slechts één gram Tyrisch paars te maken. Omdat alleen rijke heersers het zich konden veroorloven de kleur te kopen en te dragen, werd deze geassocieerd met de keizerlijke klassen van Rome, Egypte en Perzië. Paars ging ook spiritualiteit en heiligheid vertegenwoordigen, omdat de oude keizers, koningen en koninginnen die de kleur droegen vaak werden gezien als goden of afstammelingen van de goden.

Soms was de verfstof echter te duur, zelfs voor koningshuizen. De derde-eeuwse Romeinse keizer Aurelianus stond zijn vrouw niet toe een sjaal van Tyrische purperzijde te kopen, omdat die letterlijk zijn gewicht in goud kostte.

De exclusiviteit van paars werd voortgezet in het Elizabethaanse tijdperk (1558 tot 1603), waarin iedereen in Engeland zich moest houden aan de Sumptuary Laws, die strikt regelden welke kleuren, stoffen en kleding wel en niet gedragen mochten worden door verschillende klassen binnen de Engelse samenleving. De Sumptuary Laws van koningin Elizabeth I verboden iedereen behalve naaste familieleden van de koninklijke familie om paars te dragen, zodat de kleur niet alleen de rijkdom van de drager weerspiegelde, maar ook hun koninklijke status.

De tint werd ongeveer anderhalve eeuw geleden toegankelijker voor de lagere klassen. In 1856 creëerde de 18-jarige Engelse chemicus William Henry Perkin per ongeluk een synthetische paarse verbinding toen hij kinine probeerde te synthetiseren, een geneesmiddel tegen malaria. Hij merkte op dat de verbinding kon worden gebruikt om stoffen te verven, dus vroeg hij patent aan op de kleurstof en vervaardigde deze onder de namen anilinepaars en Tyrisch paars, waarmee hij een fortuin verdiende.

De naam van de kleur werd later in 1859 veranderd in “mauve”, gebaseerd op de Franse naam voor de paarse heemstbloem, waarbij chemici de verfstof mauveine noemden. En zo werd de koninklijke elitekleur algemeen beschikbaar en betaalbaar dankzij het toevallige experiment van een jonge wetenschapper.

  • Heeft Elizabeth Taylor echt violette ogen?
  • Waarom worden schuren traditioneel rood geverfd?
  • Hoe krijgt vuurwerk zijn kleuren?

Volg Life’s Little Mysteries op Twitter @LLMysteries

Recent nieuws

{{artikelnaam }}

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *