Alice Liddell: de echte Alice in Wonderland.
Alice Liddell was de middelste dochter van Henry George Liddell, deken van Christ Church in Oxford. Alice ontmoette, samen met haar zussen Edith en Lorina, Lewis Carroll voor het eerst op 25 april 1856, toen hij zich samen met een vriend vanuit de tuin van het huis van de deken voorbereidde om de kathedraal van Christ Church te fotograferen.
In de volgende jaren zou Carroll een goede vriend van de familie Liddell worden. Alice en haar zussen stonden vaak model voor Carroll’s foto’s, en hij nam de kinderen vaak mee op uitjes.
Op 4 juli 1862 namen Carroll en ds. Robinson Duckworth de meisjes mee op een boottochtje op de Isis. Alice herinnerde zich later dat toen het gezelschap thee dronk op een schaduwrijke oever, zij Carroll smeekte om “ons een verhaal te vertellen.”
Volgens Carroll, “in een wanhopige poging” en “zonder het minste idee wat er daarna zou gebeuren,” stuurde hij zijn heldin “recht door een konijnenhol.” Op aandringen van Alice, begon Carroll zijn verhaal op te schrijven. Op 26 november 1864 overhandigde hij haar een uitvoerig met de hand geïllustreerd manuscript, getiteld Alice’s Adventures Under Ground.
Toen Alice’s Adventures in Wonderland een jaar later werd gepubliceerd, werd Alice Liddell onsterfelijk als de inspiratie voor Carroll’s geliefde literaire personage. Maar in tegenstelling tot de fictieve “Alice”, groeide Alice Liddell op. Tegen de tijd dat Through the Looking-Glass and What Alice Found There werd gepubliceerd, was ze bijna 20 jaar oud, en Carroll’s hechte vriendschap met de familie Liddell was verzwakt. Zijn vervolg kan worden gezien als een innig afscheid van Alice op het moment dat ze volwassen wordt.
In 1880 trouwde Alice met amateur cricketspeler Reginald Hargreaves. Ze leefde het gecultiveerde leven van een plattelandsdame in Lyndhurst, Engeland. Ze kreeg drie zonen, van wie er twee sneuvelden in de Eerste Wereldoorlog. Om de belastingen na de dood van haar man te kunnen betalen, bracht Alice in 1928 het originele manuscript van Under Ground op de veiling.
Alice reisde in 1932 naar de Verenigde Staten om een eredoctoraat te ontvangen van Columbia University ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Carroll. Ze stierf twee jaar later.
Lewis Carrol and Alice
Veel van Carroll’s foto’s van Alice en andere kinderen kunnen in onze ogen ronduit pikant overkomen. Zoals Carroll’s biografe Jenny Woolf schrijft in een essay voor het Smithsonian uit 2010: “Van de ongeveer 3000 foto’s die Dodgson tijdens zijn leven maakte, is iets meer dan de helft van kinderen, waarvan er 30 naakt of halfnaakt zijn afgebeeld.”
Sommige van zijn portretten – zelfs die waarop het model gekleed is – kunnen schokkend zijn voor de gevoeligheden van 2010, maar naar Victoriaanse maatstaven waren ze… nou ja, nogal conventioneel. Foto’s van naakte kinderen verschenen soms op ansichtkaarten of verjaardagskaarten, en naaktportretten – vakkundig gemaakt – werden geprezen als kunststudies. Victorianen zagen de kindertijd als een staat van gratie; zelfs naaktfoto’s van kinderen werden beschouwd als afbeeldingen van de onschuld zelf.
Woolf geeft toe dat Carroll’s interesse, zoals geleerden al tientallen jaren speculeren, misschien niet zo onschuldig was, wat Vladimir Nabokov aanzette tot het opperen van “een pathetische verwantschap” tussen Carroll en de verteller van Lolita. Het bewijs voor Carroll’s mogelijke betrokkenheid is zeer suggestief maar nauwelijks overtuigend.
Burgett vat de beweringen samen als hoogstens speculatief: “De hele controverse is een debat dat al bijna een eeuw duurt, en dat in geen van beide richtingen grote vooruitgang lijkt te boeken.” In een Slate review van Woolf’s Lewis Carroll biografie, erkent Seth Lerer ook de controverse, maar leest de foto’s van Alice, haar zussen en vrienden als representatief voor grotere trends, als “briljante getuigenissen van de smaak, het sentiment, en misschien de seksualiteit van het mid-Victoriaanse Engeland.”
Vergelijking met de fictieve Alice
De mate waarin Dodgson’s Alice met Liddell kan of zou kunnen worden vereenzelvigd is omstreden. De twee Alices zijn duidelijk niet identiek, en hoewel lang werd aangenomen dat de fictieve Alice zeer sterk op Liddell was gebaseerd, heeft recent onderzoek deze veronderstelling tegengesproken. Dodgson zelf beweerde in latere jaren dat zijn Alice geheel denkbeeldig was en niet gebaseerd op een echt kind.
Er ging een gerucht dat Dodgson Tenniel een foto stuurde van een van zijn andere kind-vriendinnen, Mary Hilton Badcock, suggererend dat hij haar als model gebruikte, maar pogingen om documentaire ondersteuning voor deze theorie te vinden zijn vruchteloos gebleken. Dodgson’s eigen tekeningen van het personage in het originele manuscript van Alice’s Adventures Under Ground vertonen weinig gelijkenis met Liddell. Biografe Anne Clark suggereert dat Dodgson misschien Edith Liddell als model voor zijn tekeningen heeft gebruikt.
Er zijn tenminste drie directe links naar Liddell in de twee boeken. Ten eerste speelde hij ze af op 4 mei (Liddells verjaardag) en 4 november (haar “halfverjaardag”), en in Through the Looking-Glass verklaart de fictieve Alice dat haar leeftijd “precies zeven en een half” is, dezelfde als Liddell op die datum. Ten tweede droeg hij ze op “aan Alice Pleasance Liddell”.
Ten derde staat er een acrostisch gedicht aan het eind van Through the Looking-Glass. Naar beneden lezend, met de eerste letter van elke regel, wordt Liddells volledige naam geschreven. Het gedicht heeft geen titel in Through the Looking-Glass, maar wordt meestal aangeduid met de eerste regel, “A Boat Beneath a Sunny Sky”.
Alice poseert in een gefingeerde slaap. 1860.
Lorina, Edith en Alice Liddell. 1859.
Edith, Ina en Alice Liddell. Juli, 1860.
Alice, Ina, Harry en Edith Liddell. Juni, 1860.
Alice Liddell als bedelmeisje, 1858.
Alice Liddell, 1859.
Een 20-jarige Alice, 1872.
Een 20-jarige Alice poseert voor fotografe Julia Margaret Cameron. 1872.
Een volwassen Alice of Wonderland.
Alice Hargreaves in 1932, op 80-jarige leeftijd.
(Foto credit: Royal Photographic Society / Getty Images. Tekst: Universiteit van Maryland, Universiteitsbibliotheken).