Symptomen en Oorzaken
Wat veroorzaakt dissociatieve identiteitsstoornis (DID)?
Een geschiedenis van trauma is een belangrijk kenmerk van dissociatieve identiteitsstoornis. In ongeveer 90% van de gevallen van DID is er sprake van misbruik. Het trauma betreft vaak ernstig emotioneel, lichamelijk en/of seksueel misbruik. Het kan ook verband houden met ongelukken, natuurrampen en oorlog. Een belangrijk verlies in een vroeg stadium, zoals het verlies van een ouder of langdurige perioden van isolement door ziekte, kunnen een factor zijn bij het ontwikkelen van DID.
Dissociatie wordt vaak gezien als een copingmechanisme dat iemand gebruikt om zich los te maken van een stressvolle of traumatische situatie, of om traumatische herinneringen te scheiden van het normale bewustzijn. Het is een manier voor een persoon om de verbinding met de buitenwereld te verbreken, en afstand te creëren van een bewustzijn van wat er gebeurt.
Dissociatie kan dienen als een verdedigingsmechanisme tegen de fysieke en emotionele pijn van een traumatische of stressvolle ervaring. Door pijnlijke herinneringen te dissociëren van de dagelijkse denkprocessen, kan iemand dissociatie gebruiken om een relatief gezond niveau van functioneren te handhaven, alsof het trauma niet heeft plaatsgevonden.
Episodes van DID kunnen worden uitgelokt door een verscheidenheid aan echte en symbolische trauma’s, waaronder milde gebeurtenissen zoals betrokken zijn bij een klein verkeersongeval, ziekte van een volwassene, of stress. Of een herinnering aan misbruik in de kindertijd voor een ouder kan zijn wanneer hun kind dezelfde leeftijd bereikt waarop de ouder werd misbruikt.
Wat zijn de symptomen van DID?
Een persoon met DID heeft twee of meer verschillende en verschillende persoonlijkheden, de gebruikelijke (“kern”) persoonlijkheid van de persoon en wat bekend staat als alternatieve persoonlijkheden, of “alters”. De persoon kan amnesie ervaren wanneer een alter de controle over zijn of haar gedrag overneemt.
Elke alter heeft verschillende individuele eigenschappen, een persoonlijke geschiedenis, en een manier van denken over en omgaan met zijn of haar omgeving. Een alter kan van een ander geslacht zijn, een andere naam hebben, of een andere set manieren en voorkeuren hebben. (Een alter kan zelfs andere allergieën hebben dan de kernpersoon.)
De persoon met DID kan zich wel of niet bewust zijn van de andere persoonlijkheidstoestanden en herinneringen aan de tijden waarin een alter dominant is. Stress, of zelfs een herinnering aan een trauma, kan een switch van alters teweegbrengen.
In sommige gevallen kan de persoon met DID baat hebben bij een bepaalde alter (een verlegen persoon kan bijvoorbeeld een assertievere alter gebruiken om over een contract te onderhandelen). Vaker zorgt DID voor een chaotisch leven en problemen in persoonlijke en werkrelaties. Een vrouw met DID kan bijvoorbeeld herhaaldelijk mensen ontmoeten die haar lijken te kennen, maar die zij niet herkent of zich niet herinnert ooit ontmoet te hebben. Of ze kan voorwerpen in huis vinden waarvan ze zich niet herinnert ze gekocht te hebben.
DID heeft veel psychologische symptomen gemeen met die van andere psychische stoornissen, waaronder:
- Wisselende niveaus van functioneren, van zeer effectief tot gestoord/gehandicapt
- Stevige hoofdpijn of pijn in andere delen van het lichaam
- Depersonalisatie (gevoel losgekoppeld te zijn van de eigen gedachten, gevoelens en lichaam)
- Derealisatie (gevoel dat de omgeving vreemd, vreemd, of onwerkelijk)
- Depressie en/of stemmingswisselingen
- Ontrust
- Eet- en slaapstoornissen
- Problemen met functioneren seksualiteit
- Substantiemisbruik
- Amnesie (geheugenverlies of een gevoel van tijdsvervorming)
- Hallucinaties (valse waarnemingen of zintuiglijke ervaringen, zoals stemmen horen)
- zelfverwondend gedrag zoals “snijden”
- risico op zelfmoord – 70% van de mensen met DIS heeft een zelfmoordpoging gedaan